Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • das Abenteuer = het avontuur
  • sich fürchten vor = bang zijn
  • erleben = beleven
  • der Wald = het bos
  • der Hügel = de heuvel
  • in der Nähe = in de buurt
  • zelten = kamperen
  • der See = het meer
  • der Nebel = de mist
  • langweilig = saai
  • die Gegend = de steek
  • sich verlaufen = verdwalen
  • der Spaziergang = de wandeling
  • sich auskennen = de weg kennen
  • Bock haben = zin hebben