Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • die Firmenphilosophie, die Firmenfilosofie = de bedrijfsfilosofie
  • Wert legen auf = waarde hechten aan
  • ernst nehmen = serieus nemen
  • sich der Verantwortung stellen = de verantwoordelijkheid nemen
  • der Erhalt = hier: het behoud
  • der Mitbewerber, der Konkurrent = de mededinger, de concurrent
  • der Grundsatz, das Prinzip = het beginsel, het principe
  • das Umweltbewusstsein = het milieubewustzijn
  • fördern = bevorderen
  • einen hohen Stellenwert einnehmen, eine wichtige Funktion erfüllen = een belangrijke functie vervullen, een belangrijke plaats innemen
  • Vorschriften einhalten = voorschriften naleven
  • der Rohstoff, die Ressource = de grondstof, de onbewerkte stof
  • die Umweltbelastung = de milieulast
  • der Gesichtspunkt, der Aspekt = het oogpunt, het aspect
  • zum Einsatz kommen = ingezet worden
  • die Pappe = het karton
  • hohe Ansprüche stellen an = hoge eisen stellen aan
  • ständigen Kontrollen unterliegen = continue onder controle zijn
  • soweit erforderlich = voor zover nodig
  • das Wohl = het welzijn
  • am Herzen liegen = na aan het hart liggen
  • Beruf und Familie vereinbaren = werk en gezin combineren
  • erstklassig, herausragend, hervorragend = eersteklas, uitmuntend, uitstekend, voortreffelijk
  • schaffen = scheppen, voor elkaar krijgen,lukken
  • weitgehend = vergaand, verregaand
  • entgegenkommen = tegemoetkomen, gunstig zijn voor
  • gestalten = vormgeven
  • der Sprössling = de afstammeling
  • die Kinderkrippe = de crèche
  • etwas kommt jemandem zugute = iemand profiteert van iets
  • angewiesen sein auf = aangewezen zijn op
  • um jeden Preis = koste wat kost, om elke prijs
  • andersherum = andersom
  • umweltverträglich, umweltfreundlich = milieuvriendelijk
  • stammen aus = stammen uit
  • die Arbeitsvermittlung = de arbeidsbemiddeling
  • schleppend = moeizaam, traag
  • auf eigene Faust = op eigen houtje
  • herantreten an = hier: zich wenden tot
  • die Gelben Seiten = de Gouden Gids
  • die Vorgehensweise = de procedure
  • Interesse zeigen = interesse tonen
  • abstimmen = afstemmen
  • der Eignungstest = het geschiktheidsonderzoek, de geschiktheidstest
  • in Aussicht stellen = in het vooruitzicht stellen
  • die Zeitarbeit = het uitzendwerk
  • ausleihen = lenen, uitlenen
  • unvorhergesehen = onvoorzien
  • die Schwankung = hier: de schommeling
  • der Spielraum = de speling
  • der Engpass = hier: het tekort
  • sich einstellen auf = zich instellen op
  • ablehnen = weigeren, afwijzen
  • die Rentenversicherung = de pensioenverzekering,de AOW-verzekering
  • der Kündigungsschutz = de ontslagbescherming
  • die Aushilfe = de hulpkracht
  • abfangen = onder controle krijgen, opvangen
  • geringfügig = onbeduidend, gering
  • die Nebenbeschäftigung, der Nebenjob = de bijbaan
  • das Zubrot = de bijverdienste
  • entrichten = voldoen, betalen
  • pauschal 25 Prozent Steuern zahlen = een vast percentage van 25 procent aan belasting afdragen
  • der Pauschalbetrag = het lumpsum, het vaste bedrag
  • die Selbstständigkeit, die Selbständigkeit = de zelfstandigheid
  • drohen = dreigen
  • der Rückhalt = hier: de reserve
  • der Ertrag = de opbrengst
  • im Hinblick auf = ten opzichte van
  • der Zuschuss, die Zulage = de toelage
  • die Aufnahme einer Tätigkeit = hier: aan nieuwe werkzaamheden beginnen
  • der Geschäftsplan = het ondernemingsplan
  • überschreiten = overschrijden
  • in Anspruch nehmen = een beroep doen op
  • unerbittlich = onverbiddelijk
  • das Durchhaltevermögen = het uithoudingsvermogen
  • argwöhnisch = argwanend