Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • die Tagesschicht = de dagdienst
  • der Schreiner = de meubelmaker
  • das Holzsägewerk = de houtzagerij
  • die Führung = hier: voor de rondleiding
  • Geld abheben = geld opnemen
  • das Konto = de rekening
  • die Arbeitszeit = de werktijd
  • die Aufgaben = de taken
  • die Schicht = de ploegdienst
  • sich irren = zich vergissen
  • jeweils = telkens
  • etwas früher gehen = iets vroeger gaan
  • der Produktionsprozess = het productieprocess
  • die Kollektion = de collectie
  • das Holz = het hout
  • benutzen = gebruiken
  • hauptsächlich = vooral
  • genau = precies
  • einfräsen = frezen
  • sägen = zagen
  • der Schrank = de kast
  • maschinell = machinaal
  • die Anrichte = de dressoir
  • fix = fast
  • je nach dem = dat hangt ervan af
  • verleimen = aan elkaar lijmen
  • das mag schon sein = dat kan wel zo zijn
  • es ist halt wichtig = het is juist belangrijk
  • Wo war ich stehen geblieben? = Waar was ik?
  • der Prospekt = de folder
  • meine eigentliche Arbeit = mijn eigenlijke werk
  • fertigstellen = voltooien