Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • vorhersagen = voorspellen
  • der Schauer = de regenbui
  • ergiebig = flink, erg
  • der Dauerschneefall = de langdurige sneeuwval
  • die Wettervorhersage = de weersverwachting
  • das Sturmtief = de heftige storm
  • auflockern = opklaren
  • die Behinderung = de hinder, de last
  • das Tiefdruckgebiet = het lagedrukgebied
  • die Bö = de windvlaag, de rukwind
  • der Graupelschauer = de hagelbui
  • der Ausläufer = de uitloper
  • schneien = sneeuwen
  • kräftig = krachtig
  • erheblich = aanzienlijk
  • das Flachland = het laagland
  • wechselhaft = wisselvallig
  • ausgeglichener Haushalt = evenwichtige begroting
  • der Attentäter = de dader
  • der Angriff = de aanval
  • der Streik = de staking / de ruzie
  • leise = zacht
  • der Pfusch = het knoeiwerk
  • kaltblütig = in koelen bloede
  • die Wahlen = de verkiezingen
  • der Streit = de ruzie
  • der Kampf = het gevecht
  • das Arbeitslosengeld = de werkloosheidsuitkering
  • verschärfen = toespitsen
  • das Grundgesetz = de grondwet
  • die Wirtschaft = de economie
  • die Wissenschaft = de wetenschap
  • vorwerfen = verwijten
  • die Anhebung = de verhoging
  • die Mehrwertsteuer = de btw
  • die Bundeswehr = het leger
  • das Mahnmal = het gedenkteken
  • die Statue = het standbeeld
  • die Erbschaft = de erfenis
  • das Ärgernis = de ergernis
  • das Ergebnis = het resultaat
  • der Terrorangriff = de terroristische aanslag
  • die Forderungen = de eisen
  • die Subvention = de subsidie
  • zähflüssiger und stockender Verkehr = langzaam rijdend en stilstaand verkeer
  • die Baustellen = wegwerkzaamheden
  • schlechte Wetterbedingungen = slecht weer
  • gesperrt = afgesloten
  • zeitweilig = tijdelijk
  • wegen hohen Verkehrsaufkommens = wegens groot verkeersaanbod
  • die Umleitung = omleiding
  • der Geisterfahrer = spookrijder
  • die Kriechspur = kruipspoor voor vrachtwagens
  • ausführlich = uitgebreid
  • das Gemälde = de schilderij
  • der Diebstahl = de diefstal
  • die Eigentümerin = de eigenaresse
  • der Schmuck = de sieraden
  • gewalttätig = gewelddadig
  • der Verdächige = de verdachte
  • die Abmessung = de afmeting
  • die Anzeige = hier: de aangifte
  • der Künstler = de kunstenaar
  • wertvoll = waardevol, kostbaar
  • die Vase = de vaas
  • der Schlüssel = de sleutel
  • die Straftat = het strafbare feit
  • das Fensterbrett = de vensterbank
  • das Obdachlosenmilieu = het daklozen milieu
  • der Hochgeschwindigkeitszug = de hogesnelheidstrein
  • die Spitzengeschwindigkeit = de topsnelheid
  • die Neubaustrecke = het nieuwbouwtraject
  • der Geschäftsreisende = de zakenman op reis
  • der Streckenausbau = de trajectuitbreiding
  • nur noch = alleen maar nog
  • zielen auf = doelen op
  • bislang = tot nu toe
  • alle zwei Stunden = elke twee uur
  • auf dem Meeresgrund = op de bodem van de zee
  • die Küste = de kust
  • die Tiefe = de diepte
  • der Bug = de boeg
  • im Inneren = binnenin
  • die Unterwasserkamera = onderwater camera
  • sinken = zinken
  • das Opfer = het slachtoffer
  • der Taucher = de duiker