Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Vater = de vader
  • die Mutter = de moeder
  • der Bruder = de broer
  • die Schwester = de zus
  • der Wohnort = de woonplaats
  • die Adresse = het adres
  • die E-Mailadresse = het e-mailadres
  • wohnen = wonen
  • die Hausnummer = het huisnummer
  • die Telefonnummer = het telefonnummer
  • danke = dank je, dank u
  • Deutschland = Duitsland
  • Holland = Holland
  • ja = ja
  • nein = nee
  • nicht = niet
  • die Postleitzahl = de postcode
  • die Familie = de familie (het gezin)
  • das Mädchen = het meisje
  • der Junge = de jongen
  • mit Freunden = met vrienden
  • der Freund = de vriend
  • die Freunde = de vrienden
  • Fernsehen gucken = televisie kijken
  • die Freizeit = de vrije tijd
  • das Handy = het mobieltje
  • das Hobby = de hobby
  • hören = luisteren
  • die Musik = de muziek
  • das Internet = het internet
  • lesen = lezen
  • das Lied = het lied
  • die Lieder = de liederen
  • nie = nooit
  • oft = vaak
  • die Computerspiele = de computerspelletjes
  • ins Kino gehen = naar de film gaan