Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der ausflug = de excursie
  • das Auto = de auto
  • besichtigen = bezichtigen
  • besuchen = bezoeken
  • die Stadt = de stad
  • das Dorf = het dorp
  • die Eltern = de ouders
  • das Essen = het eten
  • fahren = rijden
  • das Frühstück = het ontbijt
  • gut = goed
  • das Hotel = het hotel
  • Lieber Mehmet! = Beste Mehmet!
  • Liebe Lola! = Beste Lola!
  • in der Türkei = in Turkije
  • schlecht = slecht
  • das Wetter = het weer
  • das Wochenende = het weekend
  • der Urlaub, die Ferien (mv) = de vakantie
  • nach Holland = naar Nederland