NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
ThiemeMeulenhoff
ZugSpitze
VWO - Leerjaar 2 - 1e editie
VWO 2 – Schritt 10-18
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
außerdem
=
bovendien
backen
=
bakken
braten
=
braden
dann
=
dan
fertig
=
klaar
die Flasche
=
de fles
die Flaschen
=
de flessen
geben
=
geven
genau
=
precies
genug
=
genoeg
gleich
=
zo dadelijk
500 Gramm
=
500 gram
heiß
=
heet
kalt
=
koud
klappen
=
lukken
kochen
=
koken
der Kühlschrank
=
de koelkast
die Lebensmittel
=
de levensmiddelen
der Liter
=
de liter
die Portion
=
de portie
die Portionen
=
de porties
das Pfund
=
het pond
das Rezept
=
het recept
die Rezepte
=
de recepten
riechen
=
ruiken
das Salz
=
het zout
schon
=
al
süß
=
zoet
der Topf
=
de pan
in den Topf geben
=
in de pan doen
voll
=
vol
vorbereiten
=
voorbereiden
warten
=
wachten
wenig
=
weinig
zuerst
=
eerst
zuletzt
=
ten slotte
der Appetit
=
de eetlust
Guten Appetit!
=
Smakelijk eten!
bestellen
=
bestellen
das Brot
=
het brood
der Durst
=
de dorst
frisch
=
vers
froh
=
blij
frühstücken
=
ontbijten
die Gabel
=
de vork
die Gabeln
=
de vorken
das Geschirr
=
de vaat
das Glas
=
het glas
die Gläser
=
de glazen
der Hunger
=
de honger
der Kaffee
=
de koffie
der Käse
=
de kaas
der Kellner
=
de kelner
die Kellner
=
de kelners
der Koch
=
de kok
die Köche
=
de koks
lieben
=
houden van
der Löffel
=
de lepel
die Löffel
=
de lepels
das Messer
=
het mes
die Messer
=
de messen
nehmen
=
nemen
Was nimmst du?
=
Wat neem jij?
Ich nehme Mineralwasser.
=
Ik neem mineraalwater.
ein paar
=
een paar, enkele
rufen
=
roepen
sofort
=
meteen
die Speisekarte
=
de menukaart
die Tasse
=
het kopje
die Tassen
=
de kopjes
der Tee
=
de thee
der Teller
=
het bord
die Teller
=
de borden
versuchen
=
proberen
wieder
=
weer
der Zucker
=
de suiker