Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Bahnhof = het station
  • die Fahrkarte = het treinkaartje
  • der Zug = de trein
  • täglich = dagelijks
  • der Rucksack = de rugzak
  • teuer = duur
  • billig = goedkoop
  • das Reiseziel = het reisdoel
  • die U-Bahn = de metro
  • das Zelt = de tent