Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • anziehen = aantrekken
  • die Bluse = de blouse
  • die Jeans = de spijkerbroek
  • die Strumpfhose = de panty
  • der Minirock = de minirok
  • das T-Shirt = het T-shirt
  • sich duschen = zich douchen
  • sich beeilen = zich haasten
  • sich schminken = zich opmaken
  • nachher = straks
  • erzählen = vertellen
  • in elk geval = jedenfalls
  • das Badezimmer = de badkamer
  • Ich bin dran. = Ik ben aan de beurt.
  • der Geburtstag = de verjaardag