Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • das Tagebuch = het dagboek
  • eines Vaters = van een vader
  • sofort = meteen
  • wach = wakker
  • die Flasche = de fles
  • gespritzt = gespoten
  • riechen = ruiken
  • böse = boos
  • die Stahlbürste = de staalborstel
  • die Bürste = de borstel
  • putzen = poetsen
  • der Zufall = het toeval
  • absichtlich = expres / met opzet
  • die Kratzer = de krassen
  • der Schraubenzieher = de schroevendraaier
  • der Anschluß = de aansluiting
  • demolieren = vernielen
  • sich ärgern = zich ergeren
  • das Werkzeug = het gereedschap
  • der Kasten = de kist
  • schimpfen = schelden
  • wozu = waarom / waarvoor
  • die Welt = de wereld
  • bloß = toch