Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • Sport treiben = aan sport doen
  • Tischtennis spielen = tafeltennissen
  • im Dorf = in het dorp
  • in der Sporthalle = in de sporthal
  • Ski laufen = skiën
  • Biathlon = biatlon
  • die Wintersportart = de tak van wintersport
  • die Wintersportarten = de takken van wintersport
  • die WM = het WK
  • die EM = het EK
  • sich anschauen = kijken naar