Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • amused = geamuseerd
  • attentive = oplettend
  • charts = hitlijsten
  • comedian = komiek
  • concert hall = concertzaal
  • (to) confuse = verwarren
  • (to) lighten up = opvrolijken
  • listener = luisteraar
  • (to) notice = opmerken
  • (to) note / (to) notice

    opmerken

  • ordinary = gewoon
  • profession = beroep
  • (to) rush off = haasten
  • sense of humour = gevoel voor humor
  • (to) stand out = opvallen
  • (to) toss = Gooien
  • unbelievable = ongelooflijk
  • unbelievable / incredible

    ongelooflijk

  • universal = wereldwijd
  • up-and-coming = in wording
  • walk on by = voorbij lopen
  • to walk on by

    voorbij lopen

  • (to) admit = toegeven
  • agitated = zenuwachtig
  • (to) assure = geruststellen
  • (to) cheer for = toejuichen
  • (to) get lost = verdwalen
  • habitat = dierenverblijf, leefomgeving
  • in the company of = in het gezelschap van
  • lawn = gazon
  • (to) note = opmerken
  • (to) note / (to) notice

    opmerken

  • swimming pool = zwembad
  • I would rather swim in the swimming pool than in the sea.

    Ik zwem liever in het zwembad dan in de zee.

  • present = aanwezig
  • razor = scheermes
  • spokesman = woordvoerder
  • theft = diefstal
  • trouble = moeite
  • bushy = harig , ruig
  • great-grandfather = overgrootvader
  • great-grandmother = overgrootmoeder
  • great-uncle = oudoom
  • match = lucifer
  • (to) pass away = overlijden
  • the seventies = de jaren zeventig
  • amazed by = onder de indruk van
  • base on = baseren op
  • to base on

    baseren op

  • connect to = verbinden met
  • to connect to

    verbinden met

  • figure out = bedenken, erop komen
  • to figure out

    bedenken, erop komen

  • memory = geheugen
  • nerve = zenuw
  • pop out = eruit schieten
  • to pop out

    eruit schieten

  • (to) sneeze = niezen
  • visible = zichtbaar
  • way = manier
  • well-known = bekend