Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • beeindruckt sein = onder de indruk zijn
  • anrichten = opdienen
  • das Schloss = het kasteel
  • am Anfang = in het begin
  • aufregend = opwindend
  • inzwischen = inmiddels / ondertussen
  • die Frucht = de vrucht
  • die Früchte = de vruchten
  • sowohl … als auch = zowel … als ook
  • der Nachteil = het nadeel
  • die Nachteile = de nadelen
  • der Feiertag = de feestdag
  • die Feiertage = de feestdagen
  • insgesamt = in totaal
  • je … desto = hoe … hoe
  • die Chance = de kans
  • die Chancen = de kansen
  • der Spitzenkoch = de topkok