Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • die Busfahrt = de busreis
  • die Windmühle = de windmolen
  • die Windmühlen = de windmolens
  • der Holländer = de Nederlander
  • die Holländer = de Nederlanders
  • die Treppe = de trap
  • die Treppen = de trappen
  • steil = stijl
  • hinauf = naar boven
  • der Teller = het bord
  • der Keks = het koekje
  • die Kekse = de koekjes
  • das Urlaubsland = het vakantieland
  • Ich freue mich schon sehr. = Ik verheug me er al helemaal op.