Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • ich sehe / ich seh = ik zie
  • du siehst = jij ziet
  • weich = zacht
  • aus Metall = van metaal
  • aus Holz = van hout
  • stumpf = stomp / bot
  • spitz = spits / puntig
  • der Zirkel = de passer
  • aussehen = eruitzien
  • der Gegenstand = het voorwerp
  • die Farbe = de kleur
  • blau = blauw
  • rot = rood
  • gelb = geel
  • braun = bruin
  • grün = groen
  • schwarz = zwart
  • weiß = wit
  • glänzend = glanzend
  • matt = mat
  • dick = dik
  • dünn = dun
  • kurz = kort
  • lang = lang
  • länglich = langwerpig
  • quadratisch = vierkant
  • gerade = recht
  • krumm = krom
  • eckig = hoekig
  • rund = rond
  • essbar = eetbaar
  • flüssig = vloeibaar
  • glatt = glad
  • rauh = ruw
  • der Knopf = de knop / de knoop
  • verwenden = gebruiken
  • altmodisch = ouderwets