die Radtour der Fluss lässig
angeln der Hintern schlammig
dreckig der See der Kumpel
die Kumpels stolpern hochblicken
die Eiskugel kleben die Katastrophe
einen Stopp einlegen aufheben rutschen
die Entschädigung
nonchalant de rivier de fietstocht
modderig het achterwerk opvissen
de maat het meer smerig
omhoog kijken struikelen de maten
de katastrofe plakken het bolletje ijs
slippen / uitglijden / slippen, uitglijden oprapen een pauze inlassen
de schadeloosstelling