Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • mit dir = met jou
  • traurig = verdrietig
  • Ich weiß nicht. = Ik weet het niet.
  • genau = precies
  • Kopf hoch! = Kop op!
  • Vielen Dank. = Heel erg bedankt.
  • erwarten = verwachten
  • die Zukunft = de toekomst
  • gerne = graag
  • reich = rijk
  • erreichen = bereiken
  • der Beruf = de baan
  • wählen = kiezen
  • hart arbeiten = flink werken
  • der Traum = de droom
  • die Träume = de dromen
  • gesund = gezond
  • glücklich = gelukkig
  • die Karriere = de carrière
  • eine Familie gründen = een gezin stichten
  • der Millionär = de miljonair
  • unsicher = onzeker
  • der Plan = het plan
  • die Pläne = de plannen
  • fürchten = vrezen / bang zijn voor
  • das Pech = de pech
  • professionell = professioneel
  • die Hilfe = de hulp
  • vertrauen = vertrouwen
  • zufrieden = tevreden
  • das Leben = het leven