Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Schulhof = het schoolplein
  • Es läutet. = De bel gaat.
  • das Klassenzimmer = het klaslokaal
  • der Spickzettel = het spiekbriefje
  • das Englisch = het Engels
  • spicken = spieken
  • leihen = lenen
  • schnell = snel
  • zum letzten Mal = voor de laatste keer
  • nächste = volgende
  • gut = goed
  • die Ausrede = het smoesje
  • die Frau = de vrouw
  • die Werkstatt = de garage
  • gestern = gisteren
  • der Abend = de avond
  • Der Morgen = de morgen
  • die Physik = de natuurkunde
  • vergessen = vergeten
  • brauchen = nodig hebben
  • die Verspätung = de vertraging / het te laat zijn
  • das Glück = het geluk / de mazzel
  • die Kopie = de kopie
  • komplett = compleet / totaal