Engels : Nederlands
I can’t come, I have an [appointment] at five. = afspraak
background = achtergrond
to [depend on] = afhangen van
employee = werknemer
extra = figurant
martial arts = vechtsport
not either = ook niet
You must be [patient] with me. = geduldig
physical = lichamelijk
shooting = filmen
The old man must have reached the [age] of 80 years. = De oude man moet de [leeftijd] hebben bereikt van 80 jaar.
awesome = te gek
(to) decide = beslissen
excitement = spanning
least = t minst
What is your [opinion] about this? = Wat is jouw [mening] hierover?
part of = deel van, gedeelte van
view on = kijk op
box office = loket
character = personage, rol
(to) last = duren
length = lengte
main = belangrijkste, hoofd-
smash hit = groot succes
successful = succesvol
actor = acteur
actress = actrice
to [be set] = zich afspelen
century = eeuw
main character = hoofdpersoon
the party is going to [take place] at my house = ... [plaatsvinden] ...
theme = thema
bathtub = badkuip
bug = insect
Rafael Nadal is a well-known sports [celebrity]. = beroemdheid
Championships = kampioenschap
competition = wedstrijd
publicity = publiciteit
underneath / [below] = onder
booth = cabine
(to) butt in on = onderbreken
down = verderop
pushy = opdringerig
truce = wapenstilstand
well-known = bekende
Sure! [Adventure], heroism and romance happen to be my specialities. = Natuurlijk! [Avontuur], heldendom en romantiek zijn toevallig mijn specialiteiten!
city centre = stadscentrum
event = nummer, onderdeel / [gebeurtenis]
extinct = uitgestorven
a return [journey], Mr. Frodo. = reis
mood = humeur
There's a [playground]! = speelplaats
We're all scared of [shark]s, but they don't kill many people. = haai
slide = glijbaan
swing = schommel
available = beschikbaar
example = voorbeeld
interested in = geïnteresseerd in
Left = over
to [look for] = op zoek gaan naar
Take a [seat]. = zitplaats
Why did you never ask me [to show] it to you ? = laten zien