Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Renner = de topper
  • die Renner = de toppers
  • das Zeitungsaustragen = het bezorgen van kranten
  • der Bote = de bode / de bezorger
  • achten = letten / aandacht schenken
  • der Getränkekasten = het krat
  • die Getränkekasten = de kratten
  • heben = optillen / tillen
  • stellen = zetten
  • die Rückenschmerzen = de rugpijn
  • unter der Woche = door de week
  • ausfahren = met de auto bezorgen / bezorgen
  • die Abteilung = de afdeling
  • körperlich = lichamelijk
  • aufbessern = verhogen
  • das Trinkgeld = het fooi
  • der Duft = de geur
  • die Weihnachtszeit = de tijd rond kerst
  • das Plätzchen = het koekje
  • die Plätzchen = de koekjes
  • die Stundenzahl = het aantal uren
  • abhängig = afhankelijk
  • über = via
  • voll = druk
  • die Arznei = de medicijnen
  • der Verwandte = het familielid
  • die Verwandten = de familieleden
  • gepflegt = verzorgd