NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
ThiemeMeulenhoff
Salzgitter Heute
3 bands 3 havo
01 Kapital 11
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
stolpern
=
struikelen
hetzen
=
jachten / erg gehaast zijn / jachten, erg gehaast zijn
verpassen
=
missen
die Leichtathletin
=
de atlete
schnaufen
=
snuiven / hijgen / snuiven, hijgen
der Eisbär
=
de ijsbeer
der Spitzensportler
=
de topsporter
anfassen
=
vastpakken / vasthouden / vastpakken, vasthouden
die Erfahrung
=
de ervaring
wetten
=
wedden
der Erste
=
de eerste
eine Treppe aufrennen
=
een trap oprennen
eine Treppe runterrennen
=
een trap afrennen
hinfallen
=
op de grond vallen
krepieren
=
van de pijn verrekken
die Bemerkung
=
de opmerking
die Bemerkungen
=
de opmerkingen
bluten
=
bloeden
daraufkleben
=
erop plakken
das Pflaster
=
de pleister
das Mitglied
=
het lid
der Sportverein
=
de sportvereniging
die Kondition
=
de conditie
die Sportskanone / das Sportass
=
de supersporter
die Weltmeisterin
=
de wereldkampioene
Spaß beiseite
=
nu even serieus
die Ernährung
=
de voeding
der Magen
=
de maag
der Körper
=
het lichaam
fordern
=
verlangen / vragen / verlangen, vragen
die Energie
=
de energie
zugleich
=
tegelijkertijd
der Nichtsportler
=
de niet-sporter
das Milchprodukt
=
het melkproduct
die Milchprodukte
=
de melkproducten
die Nahrung
=
het voedsel
der Quark
=
de kwark
woraus
=
waaruit
der Transport
=
het transport
die Körpertemperatur
=
de lichaamstemperatuur
ausreichend
=
voldoende
die Flüssigkeit
=
het vocht
schwitzen
=
zweten
aufnehmen
=
opnemen
der Durstlöscher
=
de dorstlesser
die Durstlöscher
=
de dorstlessers
Sport treiben
=
aan sport doen
Volleyball spielen
=
volleyballen
wie oft
=
hoe vaak
trainieren
=
trainen
die Stadtsporthalle
=
de stadssporthal
die Sportart
=
de tak van sport
die Sportarten
=
de takken van sport
hinterher laufen
=
er achteraan lopen
das Schach
=
het schaakspel
die Dame
=
het damspel
einschlafen
=
in slaap vallen
zuschlagen
=
raak slaan
fester
=
harder
der Karatekurs
=
de karatecursus
der Anfänger
=
de beginner
die Anfänger
=
de beginners
anmelden
=
aanmelden / opgeven / aanmelden, opgeven
hinten
=
achter
der Gang
=
de gang
hinunterlaufen
=
af lopen
das Gleiche
=
hetzelfde
in die Höhe
=
in de lucht
die Schwierigkeit
=
de moeilijkheid
die Schwierigkeiten
=
de moeilijkheden
die Vertretung
=
de vervanging
die Kantine
=
de kantine
die Eisdiele
=
de ijssalon
die Sportschule
=
de sportschool
weiter
=
verder
deshalb
=
daarom
gegenüber
=
tegenover
fliegen
=
vliegen
weshalb
=
waarom
barfuß
=
op blote voeten
sicherlich
=
zeker
das Halbfinale
=
de halve finale
die EM
=
het EK
die Europäische Meisterschaft
=
het Europees Kampioenschap
das Stadion
=
het stadion
die U-Bahnlinie
=
de metrolijn
die Endstation
=
het eindstation
die Stadt
=
de stad
das Hotelverzeichnis
=
de hotelgids
die Jugendherberge
=
de jeugdherberg
der Umkleideraum
=
de kleedruimte
riesengroß
=
reuzegroot
der Lieblingssport
=
de lievelingssport
populär
=
populair
die Unterhaltung
=
het amusement
die Entfernung
=
de afstand
überwinden
=
overwinnen
angreifen
=
aanvallen
der Punkt
=
het punt
die Punkte
=
de punten
die Regel
=
de regel
die Regeln
=
de regels
die Regionalliga
=
de amateurdivisie
die Bundesliga
=
de profdivisie
bekannt
=
bekend
erfolgreich
=
succesvol
das Jugendteam
=
het jeugdteam
ersetzen
=
vervangen
die Hüfte
=
de heup
die Hüften
=
de heupen
sichtbar
=
zichtbaar
die Weltmeisterschaft
=
het wereldkampioenschap
qualifizieren
=
kwalificeren
das Krafttraining
=
de krachttraining
die Saison
=
het seizoen
der Gegner
=
de tegenstander
die Chance
=
de kans
die Chancen
=
de kansen
aufsteigen
=
promoveren
die Division
=
de divisie
gleichziehen
=
gelijk trekken
großartig
=
fantastisch
der Kampf
=
de wedstrijd
die Übersetzung
=
de vertaling
die Übersetzungen
=
de vertalingen
das Gewinnen
=
het winnen
das Verlieren
=
het verliezen
konzentrieren
=
concentreren