Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • stolpern = struikelen
  • der Bus = de bus
  • die Leichtatletin = de atlete
  • der Spitzensportler = de topsporter
  • die Treppe hinaufgehen = de trap oplopen
  • hinfallen = op de grond vallen
  • krepieren = van de pijn verrekken
  • die Bemerkung = de opmerking
  • die Bemerkungen = de opmerkingen
  • das Pflaster = de pleister
  • das Mitglied = het lid
  • der Sportverein = de sportvereniging
  • die Kondition = de conditie
  • die Weltmeisterin = de wereldkampioene
  • das Fußballfeld = het voetbalveld
  • die Nationalmannschaft = het nationale elftal
  • der Fußballstar = de voetbalster
  • einverstanden = eens / akkoord / eens, akkoord
  • die Jugendabteilung = de jeugdafdeling
  • schätzen = waarderen
  • die Ausdauer = het uithoudingsvermogen
  • ehrgeizig = eerzuchtig
  • Sport treiben = aan sport doen
  • Tischtennis spielen = tafeltennissen
  • im Dorf = in het dorp
  • in der Sporthalle = in de sporthal
  • Ski laufen = skiën
  • Biathlon = biatlon
  • die Wintersportart = de tak van wintersport
  • die Wintersportarten = de takken van wintersport
  • die WM = het WK
  • die Weltmeisterschaft = het Wereldkampioenschap
  • die EM = het EK
  • die Europameisterschaft = het Europees Kampioenschap
  • sich anschauen = kijken naar
  • höher = hoger
  • der Karatekurs = de karatecursus
  • anmelden = aanmelden
  • der Anfänger = de beginner
  • die Anfänger = de beginners
  • unterrichten = lesgeven
  • die Schwierigkeit = de moeilijkheid
  • die Schwierigkeiten = de moeilijkheden
  • die Vertretung = de vervanging
  • vorschreiben = voorschrijven / verplichten / voorschrijven, verplichten
  • der Gurt = de gordel
  • der Schrei = de schreeuw
  • barfuß = op blote voeten
  • die Landesmeisterschaft = het landskampioenschap
  • stattfinden = plaatsvinden
  • sicher = zeker
  • dorthin kommen = daar komen
  • die Station = de halte
  • die Stationen = de haltes
  • das Hotelverzeichnis = de hotelgids
  • das Stadion = het stadion
  • der Presseraum = de persruimte
  • halbstündlich = elk half uur
  • die Veranstaltung = het evenement
  • sperren = afsluiten
  • inbegriffen = inclusief
  • gefühlvoll = met gevoel
  • der Fußweg = de weg te voet
  • das Langlaufgebiet = het langlaufgebied
  • die Langlaufgebiete = de langlaufgebieden
  • höchst gelegen = hoogst gelegen
  • das Weltcuprennen = de wereldcupwedstrijd
  • die Weltcuprennen = de wereldcupwedstrijden
  • die Loipe = het langlauftraject
  • die Loipen = de langlauftrajecten
  • die Tradition = de traditie
  • südlich = zuidelijk
  • abwechslungsreich = vol afwisseling
  • idyllisch = liefelijk
  • eindrucksvoll = indrukwekkend
  • der Profi = de profsporter
  • die Profis = de profsporters
  • der Hobby-Sportler = de amateursporter
  • die Hobby-Sportler = de amateursporters
  • stammen = komen uit
  • berühmt = beroemd