- Duits Nederlands
- die Anreise = aankomst, de (in verblijfsaccommodatie)
- der Adventkranz = de adventkrans
- die Adventzeit = de adventtijd
- die Klimaanlage = de airco / de airconditioning
- das Kunsthandwerk = de ambacht
- die Reiserücktrittskostenversicherung = de annuleringsverzekering
- das Abendessen / das Diner = het avondeten
- der Bart = de baard
- das Etagenbad / die Etagendusche = bad / douche op etage
- das Bad = het bad
- die Bar = de bar
- anrufen = bellen
- verfügen über = beschikken over
- das Freibad = het buitenbad
- der Schreibtisch = het bureau
- in der Nähe = dichtbij / in de buurt
- die Dusche = de douche
- der Dreikönigstag = driekoningen
- der erste Adventsonntag = de eerste adventzondag
- das Zusatzbett = het extra bed
- die Feiertage = de feestdagen
- festlich = feestelijk
- der Fahrradverleih = de fietsenverhuur
- der Fitneßraum = de fitnessruimte
- teilweise = gedeeltelijk
- die Geschenkartikel = de geschenken
- gut ausgestattet = goed ingericht
- parken umsonst = gratis parkeren
- die Kutte = de habijt / de pij
- abhalten = houden
- Frühstück inklusive = inclusief ontbijt
- die Ausstattung = de inrichting
- ja, das stimmt = ja, dat klopt
- der Heiligabend = kerstavond
- das Weihnachtsgeschenk = het kerstcadeau
- die Weihnachtsdekoration = de kerstdecoratie
- der Weihnachtsbrauch = kerstgebruik het
- der Weihnachtsmann = de kerstman
- die Weihnachtsmärkte = de kerstmarkten
- der Weihnachten = kerstmis
- die Menüwahl = keuzemenu
- die Kinderermäßigung = de kinderkorting
- der Kaffeekocher / die Kaffeemaschine = het koffiezetapparaat
- die Lage = de ligging
- die Lounge / der Aufenthaltsraum = de lounge
- der Lunch = de lunch
- aber = maar
- die Minibar = de minibar
- der Mindestaufenthalt = de minimale verblijfsduur
- das Neujahr = nieuwjaar
- die Tiefgarage = de ondergrondse garage
- Frühstück pro Person = Ontbijt p.p.
- das Frühstücksbüffet = het ontbijtbuffet
- geschmückt = opgetuigd
- der Silvester = oudjaar
- der Silvesterabend = oudjaarsavond
- das Hallenbad = het overdekt zwembad / het binnenbad
- die Übernachtung = de overnachting
- der Parkplatz = de parkeerplaats
- der Ausweis = pas, legitimatie, identiteitsbewijs
- pro Zimmer pro Nacht = per kamer per nacht
- das Doppelbett = het 2-persoonsbed
- die Orten = de plaatsen
- versuchen = proberen
- die Rute = de roe
- die Sauna = de sauna
- die Gassen = de steegjes
- das Telefon = de telefoon
- der Tennisplatz / die Tennisplätze = tennisbaan, de / -banen
- der Zuschlag = de toeslag
- der Fernseher = de tv
- die Fachwerkhäuser = de vakwerkhuizen
- die Abfahrt = het vertrek
- vier-Gänge-Menüwahl = vier-gangen keuzemenu
- das Vier-Bettzimmer = de vier-persoonskamer
- die Vorbereitungen = de voorbereidingen
- darstellen = voorstellen
- das Freizeitvergnügen = vrije tijd verdrijf / plezier
- das Fremdenverkehrsamt = het VVV
- der Whirlpool = de whirlpool