NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
De Uitgeversgroep
DUI 1 op A2-niveau
A2 - Deel Horeca - 1e editie
FD4/HOM/MBC/KOK DUI 1 Hoofdstuk 4
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
der Zehneuroschein
=
het 10–eurobiljet
am Schalter
=
aan het loket
die Belagserneuerung
=
aanbrengen nieuwe asfaltlaag
ankommen / angekommen
=
aankomen / aangekomen
die Abzweigung
=
de afslag
der Termin
=
de afspraak
abbrechen
=
annuleren
einzeln
=
apart, afzonderlijk
der Schalter
=
de balie / het loket
der Bankangestellte
=
de bankemployé
die Bekanntmachung
=
bekendmaking
eingeschränkte Durchfahrt
=
beperkte doorgang
Datei
=
bestand
der Zahlungsvorgang
=
het betalingsproces
insprekend
=
betreffend
bearbeiten
=
bewerken
zugehörig
=
bijbehorend
der Geldschein
=
het biljet
der Hauptbahnhof / Hbf
=
centraal station, het / CS
das Bargeld
=
het contant geld
die Kreditkarte
=
de creditcard
der Dollar / die Dollars
=
dollar / dollars
das Kulturamt
=
de dienst Cultuur
dauern
=
duren
die Hinfahrt / die einfache Fahrt
=
de enkele reis
darauf achten
=
erop letten
davor
=
ervoor
sich vertippen
=
fout, verkeerd intoetsen
der Bereich
=
het gebied
Geld wechseln
=
geld wisselen
das Rathaus
=
het gemeentehuis
die Gemeindebücherei
=
de gemeentelijke bibliotheek
der Bauhof
=
de gemeentewerf
die Belagssanierung
=
het verbeteren van het asfalt
in der Börse
=
in de portemonnee
einsteigen
=
instappen
im Zusammenhang mit
=
in verband met
die Eingabe
=
het invoeren
Fahrkarte erster / zweiter Klasse
=
kaartje eerste / tweede klas
der Fahrausweis / die Fahrkarte
=
het kaartje
der Fahrkartenautomat
=
de kaartjesautomaat
die Auswahl
=
de keuze
die Angebotstasten
=
de keuzetoetsen
die Kundenkarte
=
de klantenkaart
der Koffer
=
de koffer
der Kofferraum
=
de kofferbak
die Buchstabe
=
de letter
die Münze
=
de munt
wahlweise
=
naar keuze
nirgendwo / irgendwo
=
nergens / ergens
brauchen
=
nodig hebben
die Umleitung
=
de omleiding
an dieser Stelle
=
op deze plaats
öffnen
=
openen
speichern
=
opslaan
speichern unter
=
opslaan als
speichern, gespeichert
=
opslaan, opgeslagen
die Option
=
de optie
umsteigen / umgestiegen
=
overstappen
der Geldautomat
=
de pinautomaat
die Geheimzahl, der PIN-Code
=
de pincode
die EC – Karte
=
de pinpas
der Zielort
=
plaats van bestemming
angenehm / schön
=
prettig
drucken
=
printen
regelmäßig
=
regelmatig
das Konto
=
rekening (van bank)
Stimmt so!
=
rest laten zitten
die Rückfahrkarte
=
het retourtje
die Fahrt
=
de rit
der Bahnhof
=
het station
das Taxi
=
de taxi
die Behinderung
=
te ondervinden hinder
die Dauer
=
de tijdsduur
zum Schluss
=
tot slot
vierstellig
=
uit vier cijfers bestaand
auswählen
=
uitkiezen
die Entnahme
=
het uitnemen
heutzutage
=
vandaag de dag
die Änderung
=
de verandering
abfahren / fährt ab / abgefahren
=
vertrekken/vertrekt/vertrokken
die Fahrzeuge
=
de voertuigen
der Fußgänger
=
de voetganger
die Fremdwährungen
=
de vreemde valuta
die Wartezeiten
=
de wachttijden
gez. (gezeichnet)
=
was getekend
die Sperrung
=
de wegversperring / afsluiting
funktionieren, nicht funktionieren
=
werken, niet werken
der Laden / das Geschäft
=
de winkel
einen Einkaufsbummel machen
=
winkelen / stadten
wechseln
=
wisselen
das Wechselgeld
=
het wisselgeld
löschen
=
wissen