NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
De Uitgeversgroep
DUI 2 op B1-niveau
B1 - Deel Luchtvaart - 1e editie
LVD DUI 2, Hoofdstuk 2 - B
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
das Wetter
=
Het weer
die Wolken
=
de wolken
die Warmfront
=
het warmtefront
die Kaltfront
=
het koudefront
der Niederschlag ("e)
=
de neerslag
der Regen
=
de regen
der Schnee
=
de sneeuw
schneien
=
sneeuwen
es schneit
=
het sneeuwt
der Sprühregen
=
de motregen
der Hagel
=
de hagel
hageln
=
hagelen
der Nebel
=
de mist
kalt
=
koud
kühl
=
koel, fris
heiter / wolkenlos
=
onbewolkt
bewölkt, wolkig / wolkig
=
bewolkt
die Wetterkarte
=
de weerkaart
der Luftdruck
=
de luchtdruk
das Tiefdruckgebiet/Tief
=
het lage drukgebied
die Depression
=
de depressie
das Hochdruckgebiet/Hoch
=
het hoge drukgebied
die Wetterstation
=
het weerstation
der Wind (-e)
=
de wind
der Sturm ("e)
=
de storm
die Temperatur
=
de temperatuur
es ist dreißig Grad
=
het is dertig graden
die Windrichtung
=
de windrichting
die Windstärke
=
de windsterkte
die Bewölkung
=
de bewolking
heiter
=
helder
halbbedeckt
=
half bewolkt
bedeckt
=
zwaar bewolkt
der Schauer
=
de bui
schauerhaft
=
buiig
das Unwetter
=
het hondeweer/zeer slechte weer
das Gewitter
=
het onweer
das Klima (die Klimate)
=
het klimaat
Es ist prachtvolles Wetter
=
het is prachtig weer
Es ist ein schöner Tag
=
het is een mooie dag
Der Regen hat aufgehört
=
het is opgehouden met regenen
Wir werden ein Gewitter bekommen
=
we krijgen onweer
Vor einiger Zeit
=
enige tijd geleden
Vor einigen Tagen
=
enige dagen geleden
Gestern, vorgestern
=
gisteren, eergisteren
Heute, morgen, übermorgen
=
vandaag, morgen, overmorgen