Duits : Nederlands
der abgebrochene Start = de afgebroken start
der Blitz = de bliksem
der Blitzschlag = de blikseminslag
löschen = blussen
die Bombenmeldung = de bommelding
der Feuerlöscher = het brandblusapparaat
die Feuerwehr = de brandweer
eine Bauchlandung machen = een buiklanding maken
die Flugsicherung = flight safety
das Notfalltraining = de flight safety training
die Notrutsche = de glijbaan
der Flugzeugentführer = de kaper
ein Flugzeug entführen = een vliegtuig kapen
der Klappsitz = het klapstoeltje
eine Landung auf dem Wasser = de landing op het water
die Rückenlehne senkrecht stellen = de leuning rechtop zetten
der Durchstart = de overshoot
die Notlandung = de noodlanding
die Notlage = de noodsituatie
bremsen = remmen
der Rauch = de rook
das Schlauchboot = de rubberboot
die technische Störung = de technische storing
den Tisch zurückklappen = het tafeltje terugklappen
der Verbandkasten = de verbandkist
die Bruchlandung = het verongelukken tijdens de landing
die Flamme = de vlam
die ungünstigen Wetterbedingungen = de ongunstige weersomstandigheden
die Taschenlampe = de zaklamp
die Sauerstoffflasche = de zuurstoffles
die Sauerstoffmaske = het zuurstofmasker
die Schimmweste = het zwemvest