NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
De Uitgeversgroep
DUI A2 LVD
A2 - 1e editie
Hoofdstuk 4.4 - die Reise
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
anzahlen
=
aanbetalen van een reis
buchen
=
boeken
die Buchung
=
de boeking
die Kreditkarte
=
de creditcard
die Weihnachtsferien
=
de kerstvakantie
die Überbuchung
=
de overboeking
die Überweisung
=
de overboeking van geld
die Osterferien
=
de paasvakantie
verreisen
=
op reis gaan
auf Reisen sein
=
op reis zijn
die Pauschalreise
=
de reis met alle kosten inbegrepen
der Reiseveranstalter
=
de reisorganisator
der Reisende
=
de reiziger
reservieren
=
reserveren
die Reservierung
=
de reservering
das Restaurant
=
het restaurant
die Schulferien
=
de schoolvakantie
nach Hause kommen
=
thuis komen
zu Hause sein
=
thuis zijn
der Tourist
=
de toerist
die Touristin
=
de toeriste
der Urlaub
=
de vakantie
die Urlaubsanschrift
=
het vakantie-adres
der Reisetermin
=
de vakantiedatum
der Urlauber
=
de vakantieganger
der Urlaubsort
=
de vakantieplaats
in Urlaub gehen
=
op vakantie gaan
im Urlaub sein
=
op vakantie zijn
das Visum
=
het visum
ausgebucht sein
=
volgeboekt zijn