Engels : Nederlands barbed wire = prikkeldraad boutique = winkeltje (to) convince = overtuigen cure = geneesmiddel decent = fatsoenlijk desolate = verlaten desperately = wanhopig (to) disguise = vermommen eventually = uiteindelijk evil = kwaad familiar = bekend (to) insult = beledigen kindergarten = kleuterschool name badge = naamplaatje pregnancy = zwangerschap rare = zeldzaam resident = inwoner (to) separate = scheiden sorcery = tovenarij to [suffer from] = lijden aan treatment = behandeling