NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
De Uitgeversgroep
Duits B1 voor Horeca
B1 - Deel Horeca - 1e editie
HO Duits B1 Hoofdstuk 2
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
die Ampel
=
het verkeerslicht
der Am-Platz-Service
=
de zitplaatsservice
die Enderung
=
de verandering
das Angebot
=
het aanbod
der Anruf
=
het telefoontje
der Apfelkuchen
=
de appeltaart
der Apfelsaft
=
de appelsap
auf Deutsch
=
in het Duits
bedeutet (bedeuten)
=
betekent (betekenen)
beförderen
=
bevorderen
das Bistro
=
de bistro
die Bohnen
=
de bonen
bordeigene
=
behorend bij
der Bratfisch
=
de gebakken vis
dafür zuständig sein
=
verantwoordelijk zijn voor
die Daten
=
de gegevens
du hältst (halten)
=
je vindt (er van vinden)
entgegen nehmen
=
in ontvangst nemen
der Erfinder
=
de uitvinder
die Errungenschaft
=
de verworvenheid
erwerben
=
verkrijgen
erwiesen (erweisen)
=
bewezen (bewijzen)
erzŠhlen
=
vertellen
die Firma
=
de firma
ganze
=
(ge)hele
gefährdet (gefährden)
=
in gevaar gebracht (in gevaar brengen)
gemeint (meinen)
=
bedoeld (bedoelen)
die Gemüsesuppe
=
de groentesoep
die Geschichte
=
de geschiedenis
die Getränke
=
de drankjes
getrennt
=
gescheiden
das Gütesiegel
=
het kwaliteitslabel
das Hauptgericht
=
het hoofdgerecht
der Hersteller
=
de fabrikant
im Büro
=
op kantoor
die Kartoffeln
=
de aardappels
die Klimaanlage
=
de airco
das Kohlensäure
=
het koolzuur
der Krach
=
het lawaai
der Kreisverkehr
=
de rotonde
das leibliche Wohl
=
het lichamelijke welbevinden
die Luftfahrt
=
de luchtvaart
das Missverständnis,
=
het misverstand
mutma§lichen
=
voorgenomen
der Nachtisch
=
het nagerecht
die Notiz
=
de notitie
der Obstkuchen
=
de vlaai
die Ordnungswidrigkeit
=
de overtreding
die Pommes Frites
=
de patat
rasch
=
snel, vlug
der Rotwein
=
de rode wijn
der Rundfunksender
=
de radiozender
die Sahne
=
de slagroom
saisonal
=
seizoensgebonden
der Salat
=
de salade
salzig
=
zout
scharf
=
scherp
das Schild
=
het bord
sofort
=
meteen
die Speisekarte
=
de menukaart
die Spitzenklasse
=
de topklasse
stolz
=
trots
der Termin
=
de afspraak
die Terrasse
=
het terras
trennen
=
scheiden
das Trinkgeld
=
de fooi
trotzdem
=
desondanks, toch
überqueren
=
oversteken
überschattet (überschatten)
=
overschaduwd (overschaduwen)
überschlagen
=
overslaan
unmittelbar
=
directe
der Verbraucher
=
de consument
die Verwarnung
=
de waarschuwing, vermaning
die Vorfahrtsstra§e
=
de voorrangsweg
die Vorspeise
=
het voorgerecht
die Wahl
=
de keuze
wechselnde
=
wisselend
weltweit
=
wereldwijd
die Werbung
=
de reclame
widerspricht
=
tegenspreekt
die Wirtschaft
=
de economie
die Zahlungserleichterung
=
de betalingsfaciliteit
das Ziel
=
het doel
der Zugbegleiter
=
de steward in de trein
zurückrufen
=
terugbellen
zusammen
=
samen