NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
De Uitgeversgroep
Sander
Basisschool - Leerjaar 10 - Deel 1980 - 7e editie
Hoofdstuk 7.0 - In het restaurant
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
die Kartoffeln
=
de aardappels
der Kartoffelsalat
=
de aardappelsalade
die Erdbeere
=
de aardbei
die Ananas
=
de ananas
der Apfel
=
de appel
der Apfelmus
=
de appelmoes
der Apfelsaft
=
het appelsap
Apfelstrudel mit Eis, der
=
appelstrudel met ijs
der Spargel
=
de asperge
die Gurke
=
de augurk
ein Becher Kakao
=
een beker chocolademelk
der Zwieback
=
het beschuit
das Besteck
=
het bestek
ein Bier / das Glas Bier
=
een bier / het glas bier
eine Dose 7-Up
=
een blikje 7-Up
der Blumenkohl
=
de bloemkool
die Bockwurst
=
de bockworst
das Bauernbrot
=
het boerenbrood
die Bohnen
=
de boontjes
der Salatteller
=
het bord sla
der Waldbeersaft
=
het bosbessensap
die Butter
=
de boter
das Brot
=
het brood
die braunen Bohnen
=
de bruine bonen
die Pilzsuppe
=
de champignonsoep
das Croissant
=
de croissant
die Nudeln
=
de deegwaren
die Erbsensuppe
=
de erwtensoep
die Erbsen
=
de erwtjes
die Himbeere
=
de framboos
der Himbeersaft
=
het frambozensap
die Pommes
=
de friet
der Obstkuchen
=
de fruittaart
die Garnelen
=
de garnalen
das Hackfleisch
=
het gehakt
gekochte Ei, das (weich oder hart)
=
gekookt ei, het (zacht of hard)
der gemischte Salat
=
de gemengde salade
der Räucherlachs
=
de gerookte zalm
der Fleischaufschnitt
=
het gesneden vlees
ein Glas Milch
=
een glas melk
die Gulaschsuppe
=
de goulashsoep
der Grapefruitsaft
=
het grapefruitsap
das Gemüse
=
de groenten
die Gemüsesuppe
=
de groentesoep
der Schinken
=
de ham
der Hamburger
=
de hamburger
der Hering
=
de haring
Eis mit (Schlag)sahne
=
ijs met slagroom
der Eisbecher
=
de ijscoupe
die Marmelade / die Konfitüre
=
de jam
der Käse
=
de kaas
der Truthahn / die Puten
=
de kalkoen
die Putenwurst
=
de kalkoenfilet
ein Kännchen
=
een kannetje
Tasse Kaffee / Tee, eine
=
kopje koffie / thee
die Buttermilch
=
de karnemelk
das Kaiserbrötchen
=
het keizerbroodje
das Huhn
=
de kip
die Hühnersuppe
=
de kippensoep
das Knoblauchbrot
=
het knoflookbrood
die Salatgurke
=
de komkommer
das Lammkotelett
=
de lamskotelet
der Löffel
=
de lepel
die Gabel
=
de vork
das Messer
=
het mes
der Teller
=
het bord
Passen Sie auf!
=
Let op!
die Speisekarte
=
de menukaart
das Mineralwasser
=
het mineraalwater
die Muscheln
=
de mosselen
das Frühstück
=
het ontbijt
der Honigkuchen
=
de ontbijtkoek
aufpassen
=
opletten
der Pfannkuchen
=
de pannenkoek
die Birne
=
de peer
die Erdnussbutter
=
de pindakaas
der Trinkhalm
=
het rietje
der Rotwein
=
de rode wijn
das Rührei
=
het roerei
das Rindfleisch
=
het rundvlees
die Schüssel
=
het kommetje
das Schnitzel
=
de schnitzel
die Scholle
=
de schol
die Orange / Apfelsine
=
de sinaasappel
Orangensaft, der
=
sinaasappelsap, d
eine Scheibe Brot
=
een boterham
der Speck
=
de spek
das Spiegelei mit Speck oder Schinken
=
het spiegelei met spek of ham
der Spinat
=
de spinazie
die Stangenbrot / das Baguette
=
het stokbrood
der Tomatensalat
=
de tomatensalade
die Tomatensuppe
=
de tomatensoep
die Zwiebeln
=
de uien
die Zwiebelsuppe
=
de uiensoep
das Schweinefleisch
=
het varkensvlees
das Vollkornbrot
=
het volkorenbrood
der Fruchtsaft
=
het vruchtensap
die Waffeln mit Kirschen
=
de wafels met kersen
der Weißwein
=
de witte wijn
die Karotten
=
de worteltjes
der Lachs
=
de zalm
der Zaziki
=
de zaziki
die Seezunge
=
de zeetong