Duits : Nederlands die Entfernung = de afstand abwechslungsreich = afwisselend die Klimaanlage = de airco unheimlich = akelig ängstlich = angstig die Reiserücktrittskostenversicherung = de annuleringsverzekering verfügt über = beschikt over die Blinddarmentzündung = de blindedarmontsteking die Kegelbahn = de bowlingbaan der Biergarten = het café met tuin durchgeben = doorgeven EZ - Einzelzimmer = eenpersoonskamer, de das Zusatzbett = het extra bed der Fahrradverleih = de fietsverhuur teilweise = gedeeltelijk glücklich = gelukkig die Mischwäldern = de gemengde bossen behindertengerecht = geschikt voor gehandicapten weinen = huilen das Haustier = het huisdier anfangs = in het begin die Anlage = de installatie die Kerze = de kaars die Zimmerausstattung = de kamerinrichting die Weihnachten = de Kerst der Heiligabend = de kerstavond das Winkern = het knipogen die Kinderermäßigung = de korting voor kinderen küssen = kussen die Lage = de ligging der Mindestaufenthalt = minimum verblijfsduur müde = moe die Tiefgarage = de ondergrondse parkeergarage das Frühstücksbüffet = het ontbijtbuffet erleichtert = opgelucht der Silvester = Oudejaarsdag der Parkplatz = de parkeerplaats parken = parkeren PLZ - die Postleitzahl = PC (postcode, de) pro Nacht = per nacht der Spaß = het plezier das Freizeitvergnügen = het recreatieplezier der Tresor = de kluis bald = snel das Ortszentrum = het stadscentrum die Gasse = het steegje das Tischtennis = het tafeltennis toll = te gek enttäuscht = teleurgesteld der Zuschlag = de toeslag erlauben = toestaan das DZ - Doppelzimmer = de tweepersoonskamer die Ausstattung = de uitrusting ausgezeichnet = uitstekend die Fachwerkhäusern = de vakwerkhuizen ab = vanaf verliebt = verliefd gepflegt = verzorgd der Erwachsene = de volwassene im Voraus = vooruit, van tevoren, bij voorbaat spazieren = wandelen die Wasserrutsche = de waterglijbaan das Wetter = het weer die Arbeit = het werk WLAN = WIFI die Weinstube = het wijnlokaal / de bodega der Wohnort = de woonplaats das Krankenhaus = het ziekenhuis