Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Geldschein = het bankbiljet
  • die Bankkarte = de bankpas
  • das Bankkonto = de bankrekening
  • der Bildschirm = het beeldscherm
  • das Verständnis = het begrip
  • der Zahlungstermin = de betalingstermijn
  • zugehörig = bijbehorend
  • das Bargeld = het contant geld
  • der Vertrag = het contract
  • die Kreditkarte = de creditcard
  • die Dauer = de duur
  • und Ähnliches = en dergelijke
  • passieren = gebeuren
  • das Ticket = het kaartje
  • die Münze = de munt
  • brauchen = nodig hebben
  • die Umleitung = de omleiding
  • unbeabsichtigt = ongewild
  • entsprechende = overeenkomstige
  • der Drucker = de printer
  • die Bewertung = de beoordeling
  • berücksichtigen = rekening houden met
  • die Rechnung = de rekening
  • der Einkaufsbummel = het shoppen
  • allerdings = toch
  • entnehmen = uitnemen
  • heutzutage = vandaag de dag
  • sich vertippen = verkeerd intoetsen
  • der Bereich = de zone