NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Scholar VOF
Beruf im Tourismus
A2 - Deel A2
Hoofdstuk 3 - Telefonieren, Seite 52 - die Wörter 101 - 148 ->
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
telefonisch
=
telefonisch
erreichen
=
bereiken
erreichbar
=
bereikbaar
zwischen ... und ... Uhr
=
tussen ... en ... uur
das Datum
=
de datum
unter der Nummer
=
op het nummer
der Name
=
de naam
buchstabieren
=
spellen
die Adresse
=
het adres
die Straße
=
de straat
die Postleitzahl
=
de postcode
der Wohnort
=
de woonplaats
also
=
dus
richtig
=
juist
so sein
=
zo zijn
okay
=
in orde
auflegen
=
opleggen
jemand anrufen
=
iemand opbellen
der Telefonapparat / das Telefongerät
=
het telefoontoestel
die Telefonleitung
=
de telefoonlijn
der Telefonstecker
=
de telefoonstekker
das Telefonbuch
=
het telefoonboek
die Rufnummer
=
het abonneenummer
telefonieren
=
telefoneren
anrufen
=
opbellen
der Anruf
=
het telefoontje
der Anrufbeantworter
=
het antwoordapparaat
die Voicemail
=
de voicemail
Das ist schade!
=
Dat is jammer!
wichtig
=
belangrijk
die Bürozeiten
=
de kantoortijden
die Geschäftszeiten
=
de openingstijden
geschlossen
=
gesloten
der Feiertag
=
de feestdag
Weihnachten
=
Kerstmis
Ostern
=
Pasen
etwas auf das Band sprechen
=
iets inspreken
der Pfeifton / der Signalton
=
de pieptoon
eine Nummer wählen
=
een nummer kiezen
besetzt
=
bezet
das Besetztzeichen
=
het bezetteken
Vielen Dank!
=
Bedankt!
Tschüss!
=
Doei!
Auf Wiederhören!
=
Tot ziens!
Bis morgen!
=
Tot morgen!
Bis bald!
=
Tot spoedig!