NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Scholar VOF
Beruf im Tourismus
A2 - Deel A2
Hoofdstuk 6 - Die Unterkunft - das Hotel, Seite 113 - alle Wörter ->
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
das Hotel
=
het hotel
das Dreissternehotel
=
het drie-sterren hotel
die Rezeption / der Empfang
=
de receptie
die Empfangshalle
=
de hal bij de receptie
die Lounge
=
de lounge
der Speisesaal
=
de eetzaal
das Restaurant
=
het restaurant
das Zimmer
=
de kamer
der Zimmerpreis
=
de kamerprijs
die Nacht
=
de nacht
pro Nacht
=
per nacht (p.n.)
pro Person)
=
per persoon (p.p.)
pro Zimmer
=
per kamer (p.k.)
die Mahlzeit
=
de maaltijd
die Hotelbar
=
de hotelbar
das Schwimmbad / das Schwimmbecken
=
zwembad
das Hallenbad
=
zwembad (overdekt)
die Sauna
=
de sauna
der Fitnessraum
=
de fitnessruimte
der Konferenzraum
=
de vergaderzaal
der Frühstücksraum
=
de ontbijtzaal
inklusive Frühstück
=
inclusief ontbijt
Übernachtung mit Frühstück
=
overnachting met o.
das Frühstücksbuffet
=
het ontbijtbuffet
Halbpension
=
halfpension (hp)
Vollpension
=
volpension (vp)
der Einzelzimmerzuschlag
=
toeslag eenpersoonskamer
Haustiere nicht erlaubt
=
huisdieren niet toegestaan
der Flur / der Gang
=
de gang
der Lift / der Aufzug
=
de lift
die Etage / der Stock
=
de etage
in der 1. Etage
=
op de 1e etage
im 3. Stock
=
op de derde etage
das Erdgeschoss
=
de begane grond
das Untergeschoss
=
het souterrain
die Tiefgarage
=
ondergrondse garage
der Parkplatz
=
de parkeerplaats
der Keller
=
de kelder
die Terrasse
=
het terras
die Dachterrasse
=
het dakterras
der Eingang
=
de ingang
der Ausgang
=
de uitgang
der Notausgang
=
de nooduitgang
die Treppe
=
de trap
das Einzelzimmer
=
de eenpersoonskamer
das Doppelzimmer
=
de tweepersoonskamer
das Drei-/Vierbettzimmer
=
de drie- / vierpersoonskamer
einrichten
=
inrichten
die Suite
=
de suite
das Badezimmer
=
de badkamer
das Bad
=
het bad
die Dusche
=
de douche
die Toilette
=
het toilet
das WC
=
de WC
das Waschbecken
=
de wastafel
das Doppelwaschbecken
=
de dubbele wastafel
der Spiegel
=
de spiegel
der Föhn
=
de föhn
das Badehandtuch
=
de badhanddoek
die Kaffeemaschine
=
het koffiezetapparaat
der Tisch
=
de tafel
der Schreibtisch
=
het bureau
der Nachttisch
=
het nachtkastje
das Telefon
=
de telefoon
das Direktwahltelefon
=
de doorkiestelefoon
der Stuhl
=
de stoel
das Bett
=
het bed
das Einzelbett
=
het eenpersoonsbed
das Doppelbett
=
het tweepersoonsbed
das Extrabett
=
het extra bed
der Papierkorb
=
de papiermand
das Kissen
=
het kussen
der Schrank
=
de kast
der Kleiderschrank
=
de klerenkast
der Fernseher
=
de televisie (toestel)
die Minibar
=
de minibar
der Safe
=
de safe
die Klimaanlage
=
de airco
der Internetanschluss
=
de internetaansluiting
der Balkon
=
het balkon
das Fenster
=
het venster
reservieren
=
reserveren
ankommen
=
aankomen
anmelden
=
aanmelden
das Formular
=
het formulier
ausfüllen
=
invullen
der Reisepass
=
het paspoort
der Familienname
=
de achternaam
der Vorname
=
de voornaam
die Adresse
=
het adres
die Postleitzahl
=
de postcode
der Wohnort
=
de woonplaats
die Staatsangehörigkeit
=
de nationaliteit
der Familienstand
=
de burgerlijke staat
verheiratet
=
getrouwd
ledig
=
vrijgezel
allein
=
alleen(staand)
unterschreiben
=
ondertekenen
die Unterschrift
=
de handtekening
die Zimmernummer
=
het kamernummer
die Zimmerkarte
=
de (elektronische) kamersleutel
der Zimmerschlüssel
=
de kamersleutel
das Schlüsselbrett
=
het rekje met de kamersleutels
wünschen
=
wensen
der Aufenthalt
=
het verblijf
bis später
=
tot zo
wecken
=
wekken
das Telefongespräch
=
het telefoongesprek
ein Taxi bestellen
=
een taxi bestellen
die Busverbindung
=
de busverbinding
die Stadt
=
de stad
das Zentrum
=
het centrum
die Öffnungszeiten
=
de openingstijden
das Geschäft
=
de zaak
heute Morgen
=
vanmorgen
heute Nachmittag
=
vanmiddag
heute Abend
=
vanavond
das Wochenende
=
het weekend
der Werktag
=
de werkdag
der Feiertag
=
de feestdag
Ostern
=
Pasen
Weihnachten
=
Kerstmis
die Abreise
=
het vertrek
abreisen
=
vertrekken
abrechnen
=
afrekenen
bezahlen
=
betalen
die Hotelrechnung
=
de hotelrekening
akzeptieren
=
accepteren
die Kreditkarte
=
de creditcard
die EC-Karte
=
de bankpas
bar zahlen
=
contant betalen
die Telefonkosten
=
de telefoonkosten
die Getränke
=
de drankjes
auf Wiedersehen
=
tot ziens
gefallen
=
bevallen
bis nächstes Jahr
=
tot volgend jaar
angenehme Reise
=
aangename reis
gute Reise / gute Fahrt
=
goede reis
schöne Ferien
=
fijne vakantie