NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Scholar VOF
Beruf im Tourismus
A2 - Deel A2
Hoofdstuk 6 - Die Unterkunft - der Campingplatz, Seite 146 - die Wörter 51 - 100 ->
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
die Animation
=
de animatie
das Animationsteam
=
het animatieteam
die Aktivität
=
de activiteit
organisieren
=
organiseren
der Animateur
=
de animateur
der Animationsraum
=
de animatieruimte
der Treffpunkt
=
het verzamelpunt
der Job
=
het baantje
der DJ
=
de DJ
das Fest
=
het feest
feiern
=
feesten
der Spaß
=
de pret
die Party
=
de party
die Sommerparty
=
het zomerfeestje
die Geburtstagsfeier
=
het verjaardagsfeestje
die Disco
=
de disco
tanzen
=
dansen
der Tanz
=
de dans
die Show
=
de show
Aerobic machen
=
aerobic dansen
Dart spielen
=
darten
die Dartscheibe
=
de dartsschijf
die Dartpfeile
=
de dartspijl
das Programm
=
het programma
für jung und alt
=
voor jong en oud
das Alter
=
de leeftijd
das Kinderprogramm
=
het kinderprogramma
das Morgenprogramm
=
ochtendprogramma
das Mittagsprogramm
=
middagprogramma
das Abendprogramm
=
avondprogramma
die Gruppe
=
de groep
die Jugend
=
de jeugd
der Erwachsene
=
de volwassene
das Thema
=
het thema
die Saison
=
het seizoen
malen
=
schilderen
das Bild
=
het schilderij
basteln
=
knutselen
die Schere
=
de schaar
schminken
=
schminken
das Spielzeug
=
het speelgoed
der Sport
=
de sport
Sport machen
=
sporten
spielen
=
spelen
das Spiel
=
het spel
der Ball
=
de bal
Fußball spielen
=
voetballen
der Fußballplatz
=
het voetbalveld
das Team
=
het team
die Halbzeit
=
de pauze (bij sport)