Duits : Nederlands
die Botschaft = de ambassade
der Koffer = de koffer
die Reisetasche = de reistas
das Gepäck = de bagage
die Reisegepäckversicherung = de bagageverzekering
das Handgepäck = de handbagage
die Gepäckannahme = de inontvangstneming van de bagage
die Gepäckaufbewahrung = het bagagedepot
die Passkontrolle = de pascontole
der Zoll = de douane
verzollen = aangeven
Zoll bezahlen = invoerrechten betalen
die Stewardess = de stewardess
der Steward = de steward
ankommen = aankomen
da sein = er zijn
zurückfahren = terugreizen
nach Hause kommen = naar huis komen
die Fähre = het veer, de veerboot
das Schiff = het schip
das Boot = de boot
die Kreuzfahrt = de cruise
die Innenkabine = de binnenhut
die Außenkabine = de buitenhut
der Hafen = de haven
der Aufenthalt = het verblijf
der Ausflug = het uitstapje
unterwegs = onderweg
der Tourist = de toerist
die Gruppe = de groep
die Touristeninformation = de VVV
das Verkehrsamt = het VVV-kantoor
der Prospekt = de prospectus
der Reiseführer = de reisgids (boek)
die Sehenswürdigkeit = de bezienswaardigheid
besichtigen = bezichtigen
die Führung = de rondleiding
die Stadtrundfahrt = de stadsrondrit
die öffentlichen Verkehrsmittel = het openbaar vervoer
der Bus = de bus
die Straßenbahn = de tram
die Haltestelle = de halte, de stopplaats
die Endstation = het eindstation
die Linie = de lijn
die U-Bahn = de metro
das Taxi = de taxi
schöne Ferien = fijne vakantie
angenehme Reise = aangename reis
gute Reise = goede reis