eine Nachricht entgegennehmen anwesend sein / da sein die Rufnummer
der Nachname / der Familienname die Adresse abhängen von
der Termin einverstanden sein nur / bloß
die Antwort vielen Dank / danke sehr verstehen / begreifen
erreichen unter der Nummer die Nachricht
die Besprechung in einer Besprechung sein am besten, Sie ...
besetzt sein außer Haus sein der Chef
die Chefin der Kollege die Kollegin
der Dank herzlichen Dank das Datum
het abonneenummer aanwezig zijn een boodschap aannemen
afhangen van het adres de achternaam
alleen maar akkoord zijn / gaan de afspraak
begrijpen bedankt het antwoord
het bericht / de boodschap op het nummer bereiken
het beste is, dat u ... in een bespreking zijn de bespreking
de chef (man) buitenshuis zijn bezet zijn (telefoon)
de collega (vrouw) de collega (man) de chef (vrouw)
de datum hartelijk dank de dank
die Leitung ausrichten verbinden mit / weitervebinden mit
dringend deutlich / klar vorgestern
am Ende die / das E-Mail die E-Mailadresse
das macht nichts / das ist nicht schlimm zu Tisch sein kurz / mal
das geht / das ist möglich es handelt sich um / es geht um zuständig sein für
werden
doorverbinden met doorgeven de lijn (telefoon)
eergisteren duidelijk dringend
het e-mailadres de e-mail aan het einde
even aan het eten zijn dat is niet erg
gaan over (verantwoordelijk zijn) het gaat over dat kan / dat gaat
gaan (iets gaan doen, b.v. ik ga bellen)