NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Scholar VOF
Beruf im Tourismus
B1 - Deel B1
Hoofdstuk 3 - Telefonieren, Seite 50 - die Wörter 45 - 80
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
die Geduld
=
het geduld
das Gespräch
=
het gesprek
gerade telefonieren
=
in gesprek zijn
die Zahl
=
het getal
guten Tag
=
goedemiddag / goedendag
guten Morgen
=
Goedemorgen
guten Abend
=
Goedenavond
das Handy
=
de gsm
lauter reden
=
harder praten
leider
=
helaas
helfen
=
helpen
wiederholen
=
herhalen
Bescheid sagen
=
op de hoogte brengen
der Hörer
=
de hoorn (telefoon)
hoffentlich
=
hopelijk
im Haus sein / im Hotel sein
=
in het hotel zijn
die Information / die Auskunft
=
de informatie
schade
=
jammer
im Büro sein
=
op kantoor zijn
wählen / drücken
=
kiezen (telefoonnummer)
sehen / schauen
=
kijken (zoeken)
die Beschwerde
=
de klacht
stimmen
=
kloppen (in orde zijn)
das geht / das ist möglich
=
dat kan
spät
=
laat
bis später
=
tot later
lange
=
lang (tijdsduur)
am Apparat bleiben
=
aan de lijn blijven
der Monat
=
de maand
aber
=
maar / echter
nicht nur ..., sondern auch ...
=
niet alleen ..., maar ook ...
sich melden / abheben
=
zich melden (telefoon)
hier ... / Sie sprechen mit ...
=
met ... (aan de telefoon)
sofort / gleich
=
meteen