die Pause der Wohnort die Postleitzahl
genau versuchen / probieren etwas zum Schreiben nehmen
Entschuldigung / entschuldigen Sie buchstabieren es tut mir leid
bald Deutsch sprechen telefonieren
gerade telefonieren das Telefongespräch der Anruf
zurück sein zurückrufen / noch einmal anrufen Unterstrich
Stunde(n) Uhr der Urlaub
die Ferien ab heute Abend
heute Nachmittag heute Morgen selbstverständlich
de postcode de woonplaats de pauze
iets om te schrijven nemen proberen precies
ik vind het spijtig / jammer spellen sorry
telefoneren Duits spreken spoedig
het telefoontje het telefoongesprek aan het telefoneren zijn
underscore (bij e-mail) terugbellen terug zijn
vakantie (als je werkt) uur (tijdstip) uur (tijdsduur)
vanavond vanaf (tijdstip) vakantie (als je naar school gaat)
vanzelfsprekend vanmorgen vanmiddag
die Verbindung weiterhelfen sich freuen auf (+ 4)
verstehen verschieben auf (+ 4) bitten ( + 4)
recht sein (+ 3) nächst fragen (+ 4)
wenn wann wie
auf Wiederhören die Woche wissen
Bescheid sagen die Geschäftsreise bitte sehr
auf Wiedersehen / auf Wiederhören tschüss sobald
zich verheugen op verder helpen de verbinding (telefoon)
verzoeken (om iets te doen) verzetten naar (afspraak) verstaan
vragen (om iets te weten) volgend iets goed vinden
wat (bij naam, adres) wanneer (tijdstip) wanneer (voorwaarde)
weten de week tot wederhoren
zegt u 't maar de zakenreis laten weten
zodra tot ziens / doei tot ziens (formeel)