NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Scholar VOF
Deutsch A1, bitte!
A1 - Deel A1
Hoofdstuk 2 - Erste Kontakte, Aufgabe 2.18, 2.19 & 2.20 N-D
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
das Kind
=
het kind
verheiratet
=
getrouwd
geschieden
=
gescheiden
das Mädchen
=
het meisje
der Junge
=
de jongen
der Sohn
=
de zoon
die Tochter
=
de dochter
der Bruder
=
de broer
die Schwester
=
de zus
die Großmutter
=
de grootmoeder
arbeiten
=
werken
der Nebenjob
=
het bijbaantje
der Zeitungsausträger
=
de krantenbezorger
der Beruf
=
het beroep
der Arzt
=
de dokter
die Ärztin
=
de vrouwelijke dokter
der Taxifahrer
=
de taxichauffeur
die Taxifahrerin
=
de taxichauffeuse
der Polizist
=
de politieagent
die Polizistin
=
de politieagente
der Kellner
=
de kelner
die Kellnerin
=
de vrouwelijke kelner
der Reiseleiter
=
de reisleider
die Reiseleiterin
=
de reisleidster
der Verkäufer
=
de verkoper
die Verkäuferin
=
de verkoopster
der Lehrer
=
de leraar
Die Lehrerin
=
de lerares
der Rezeptionist
=
de receptionist
die Rezeptionistin
=
de receptioniste
der Pilot
=
de piloot
die Pilotin
=
de vrouwelijke piloot
der Kassierer
=
de kassier
die Kassiererin
=
de kassière
zur Schule gehen
=
naar school gaan
die Hauptschule
=
de VMBO-school
die Berufsschule
=
de MBO-school
frei haben
=
vrij hebben
die Freizeit
=
de vrije tijd
das Hobby
=
de hobby
die Hobbys
=
de hobby's
der Sport
=
de sport
Fußball spielen
=
voetballen
Tennis spielen
=
tennissen
die Popmusik
=
de popmuziek
Musik hören
=
muziek luisteren
Schlagzeug spielen
=
drummen
Gitarre spielen
=
gitaar spelen
ausgehen
=
uitgaan
in die Kneipe gehen
=
naar de kroeg gaan
in die Disko gehen
=
naar de disko gaan
ins Kino gehen
=
naar de bioscoop gaan