Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Autozug = de autoslaaptrein
  • die Ankunft = de aankomst
  • (be)zahlen = betalen
  • die Zahlung = de betaling
  • bedeuten, heißen = betekenen
  • die Buchung = de boeking
  • dauern = duren
  • wie viel = hoeveel
  • die Information = de informatie
  • die Fahrkarte = het treinkaartje
  • der Fahrkartenautomat = de kaartjesautomaat
  • 1. (erste) Klasse = 1e klas
  • 2. (zweite) Klasse = 2e klas
  • Viertel = kwart (tijd)
  • wie lange = hoe lang (tijd)
  • später = later
  • nach = naar
  • der Ort = de plaats
  • angenehm = prettig
  • der Preis = de prijs
  • die einfache Reise = de enkele reis
  • die Reservierung = de reservering
  • hin und zurück = retour (trein)
  • die Rückfahrkarte = het retourtje
  • der Bahnhof = het station
  • das Ticket = het ticket
  • der Zug = de trein
  • Uhr = uur (tijdstip)
  • die Stunde = uur (tijdsduur)
  • anderthalb Stunden = anderhalf uur
  • von = van
  • ab = vanaf
  • abfahren = vertrekken
  • früher = vroeger