Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Nachname, der Familienname = de achternaam
  • die Adresse = het adres
  • wichtig = belangrijk
  • die Datei = het bestand (computer)
  • bearbeiten = bewerken (computer)
  • der Computer = de computer
  • die Kultur = de cultuur
  • der Deutschkurs = de cursus Duits
  • der Kurs = de cursus
  • der Lebenslauf = de cv
  • das Dokument = het document
  • aber = echter
  • das, die E-Mail = de e-mail
  • das Geburtsdatum = de geboortedatum
  • geschieden = gescheiden
  • verheiratet = getrouwd
  • kopieren = kopiëren
  • lehren = leren (les geven)
  • lernen = leren (studeren)
  • die Stunde = de les
  • die Staatsangehörigkeit = de nationaliteit
  • das Niveau = het niveau
  • weil = omdat
  • ledig = ongehuwd
  • die Ausbildung = de opleiding
  • das Lichtbild, das Passfoto = de pasfoto
  • (aus-)drucken = (uit-)printen
  • das Programm = het programma
  • markieren = selecteren (computer)
  • das Praktikum = de stage
  • der Text = de tekst
  • verbessern = verbeteren
  • weiter = verder
  • der Vorname = de voornaam
  • die Freizeit = de vrije tijd
  • wenn = wanneer (indien, als)
  • wann = wanneer (tijdstip)