NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Scholar VOF
Deutsch A1, bitte!
A1 - Deel A1
Hoofdstuk 2 - Erste Kontakte, Aufgabe 2.25, 2.27 & 2.28 D-N ->
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
die Wohnung
=
de woning
das Dorf
=
het dorp
der Bauernhof
=
de boerderij
das Reihenhaus
=
het rijtjeshuis
ein freistehendes Haus
=
een vrijstaand huis
die Doppelhaushälfte
=
het huis twee onder een kap
das Appartement
=
het appartement
das Wohnzimmer
=
de woonkamer
die Küche
=
de keuken
das Esszimmer
=
de eetkamer
das Arbeitszimmer
=
de werkkamer
das Kinderzimmer
=
de kinderkamer
das Schlafzimmer
=
de slaapkamer
das Badezimmer
=
de badkamer
die Garage
=
de garage
der Garten
=
de tuin
die Terrasse
=
het terras
das Fenster
=
het venster
die Tür
=
de deur
der Kleiderschrank
=
de klerenkast
der Teppich
=
het tapijt
das Bücherregal
=
de boekenplank
der Spiegel
=
de spiegel
die Lampe
=
de lamp
der Schrank
=
de kast
der Nachttisch
=
het nachtkastje
der Stuhl
=
de stoel
der Sessel
=
de sofa
das Bett
=
het bed
der Schreibtisch
=
het bureau
auf Wiedersehen
=
tot ziens
bis bald
=
tot spoedig
gute Nacht
=
Goedenacht
bis später
=
tot straks
wie geht's dir
=
hoe gaat het met je
tschüss
=
groetjes
bis dann
=
tot dan
mach's gut
=
het gaat je goed
bis morgen
=
tot morgen
wie geht's Ihnen
=
hoe gaat het met u
mir geht's gut
=
met mij gaat het goed
der Schüler
=
de leerling
die Schülerin
=
de vrouwelijke leerling
die Sprache
=
de taal
die Fremdsprache
=
de vreemde taal
Englisch
=
Engels
die Muttersprache
=
de moedertaal
Französisch
=
Frans
Spanisch
=
Spaans
Deutsch
=
Duits