Engels : Nederlands alongside = samen met approximately = ongeveer (to) assemble = bij elkaar komen (to) descend = afdalen (to) digest = verteren due to = vanwege effort = moeite (to) encounter = tegenkomen (to) endure = verdragen equivalent = gelijk aan (to) estimate = schatten eventually = uiteindelijk a [lack of] = gebrek aan mighty = machtige (to) note / [(to) notice] = opmerken (a) quest = zoektocht remoteness = verafgelegen ligging ridge = bergrug significantly = beduidend (a) slope = helling (a) summit = top