Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • accurate = nauwkeurig(e)
  • The measurement was really accurate.

    De meting was heel nauwkeurig.

  • argument = ruzie, discussie
  • They had a fierce argument.

    Ze hadden een flinke discussie.

  • (to) avenge = wreken
  • He wants to avenge his daughter's death

    Hij wil zijn dochters dood wreken.

  • consequently = vandaar, om die reden
  • He was ill. consequently, he had no fun.

    Hij was ziek. vandaar had hij geen plezier.

  • device = apparaat
  • The device is working

    Het apparaat werkt

  • frequently = regelmatig
  • issue = nummer, uitgave
  • The hurricane is on the front page of the latest issue of the newspapers.

    De orkaan is op de voorpagina van het laatste nummer van de kranten.

  • misunderstanding = misverstand
  • The argument was based on a misunderstanding.

    Het ruzie was gebaseerd op een misverstand.

  • (to) sharpen = aanscherpen, slijpen
  • well-to-do = welgesteld
  • the rich men is well-to-do.

    welgesteld

  • civilisation = beschaving
  • common = gebruikelijk
  • (to) communicate = communiceren
  • event = voorval, gebeurtenis
  • That was an exciting event.

    Dat was een spannende gebeurtenis

  • illiteracy = ongeletterdheid, analfabetisme
  • invention = uitvinding
  • That is a useful invention

    ... uitvinding ...

  • request = verzoek
  • An urgent request has gone out to find a pair of warm socks

    Een dringend verzoek is gedaan om een ​​paar warme sokken vinden

  • revolt = opstand
  • (to) settle down = zich vestigen
  • They wanted to settle down in London.

    Ze wilden zich vestigen in Londen.

  • sheet = blad, vel
  • based on = gebaseerd op
  • fairy = fee, elfje
  • A fairy is an imaginary creature with magical powers.

    Een fee is een denkbeeldig wezen met magische krachten.

  • fairy tales = sprookjes
  • He told an exciting fairy tale.

    Hij vertelde een spannend sprookje.

  • genre = genre
  • hero = held
  • heroine = heldin
  • After winning the Olympic Game she was a real heroine.

    Na het winnen van de Olympische Spelen was ze een echte heldin.

  • novel = roman
  • A novel is a long written story about imaginary people and events.

    Een roman is een lang geschreven verhaal over denkbeeldige mensen en gebeurtenissen.

  • (to) pick on = pesten
  • plot = plot, verhaallijn
  • real event = echte gebeurtenis
  • (to) set = situeren, zetten
  • (to) struggle = worstelen, vechten
  • (to) take place = plaatsvinden
  • the party is going to take place at my house

    ... plaatsvinden ...

  • true to life = levensecht
  • actor = acteur, toneelspeler
  • advisable = raadzaam, verstandig
  • apart from = behalve
  • (to) apply = gelden
  • audience = publiek
  • She turned her back to the audience.

    Ze keerde haar rug naar het publiek.

  • (to) cover = bedekken
  • dubious = twijfelachtig(e)
  • gambling = gokken
  • lively = bruisend(e)
  • noble = adellijk(e), hooggeplaatst(e)
  • performance = voorstelling
  • play = toneelstuk
  • She was the star in the play.

    Ze was de ster in het toneelstuk.

  • (to) rehearse = oefenen, instuderen
  • roughly = ruwweg, om en nabij
  • uncommon = ongebruikelijk
  • Cancer of the breast in young women is uncommon.

    Borstkanker bij jonge vrouwen is ongebruikelijk.

  • well-paid = goedbetaald(e)
  • He is getting rich with his well-paid job.

    Hij wordt rijk met zijn goedbetaalde baan.

  • (to) whisper = fluisteren
  • bookworm = boekenwurm / iemand graag leest
  • The bookworm reads a lot of books

    De boekenwurm leest veel boeken

  • confused = in de war
  • copy = exemplaar
  • copy

    overschrijven / exemplaar

  • cover = kaft
  • enchanted = betoverd(e)
  • the magic forest was enchanted

    het magische bos was betoverd

  • gift = cadeautje
  • helpful = behulpzaam
  • (to) nominate = nomineren, voordragen voor een prijs
  • strict = streng
  • The teacher is very strict. Talking not allowed!

    De leraar is zeer streng. Praten niet toegestaan!

  • trinket = prul, snuisterijtje
  • A trinket is an inexpensive piece of of jewellery.

    Een prul is een goedkoop sieraad.

  • (to) wrap = inpakken
  • adaptation = bewerking
  • animated films = animatiefilms, tekenfilm
  • essential = essentieel, hoofdzakelijk
  • (to) flow = stromen, lopen
  • hilarious = hilarisch, ontzettend grappig
  • limited to = beperkt tot
  • necessarily = noodzakelijkerwijs, per se
  • A higher fee does not necessarily mean a better course.

    Een hoger schoolgeld betekent niet noodzakelijkerwijs een betere cursus.

  • (to) relate to = zich verplaatsen in
  • He could relate to the position of the parent.

    Hij kon zich verplaatsen in de positie van de ouder.

  • relatives = familieleden
  • setting = plaatsing, omstandigheden
  • the story had a nice setting

    het verhaal had een mooie plaatsing

  • villain = slechterik, schurk
  • award-winning = met een prijs bekroond(e)
  • crime stories = misdaadverhalen, detectives
  • critic = recensent
  • entertaining = onderhoudend
  • fiction = fictie, een verzonnen verhaal
  • latest = meest recente
  • letdown = teleurstelling
  • moving = aangrijpend(e)
  • must = must, sterke aanrader
  • (to) recommend = aanraden
  • review = recensie
  • suspense = spanning
  • (to) trash = afbranden, erg negatief bespreken
  • unforgettable = onvergetelijk
  • waste of time = tijdverspilling
  • The pen is mightier than the sword. = De pen is machtiger dan het zwaard.
  • Every picture tells a story. = Elk plaatje vertelt een verhaal.
  • Actions speak louder than words. = Geen woorden, maar daden.
  • Truth is stranger than fiction. = De waarheid is vreemder dan de fictie.