Engels : Nederlands charged with / [accused of] = beschuldigd van alert = waarschuwen bald = kaal chemist's = apotheek, drogist getaway car = vluchtauto Now, we have to find a way to prove that he's [innocent]. = onschuldig prevent = voorkomen scar = litteken security guard = bewaker trail = spoor truth = waarheid ban = verbieden [charged with] / accused of = beschuldigd van courage = moed offender = overtreder recover = herstellen release = vrijlaten safety = veiligheid suspect of = verdenken van on suspicion of = op verdenking van a couple of = enkele, een paar bank robber = bankovervaller burglar = inbreker clever = slim commit a crime = een misdaad plegen But I'm [expect]ing to get a fresh supply soon. = Maar ik [verwacht] snel een nieuwe voorraad te krijgen. generous = gul, vrijgevig lock = op slot doen obsessed with = bezeten van solid / [reliable] = betrouwbaar relieved = opgelucht robbery = overval In fact, we are not [satisfied] at all. = tevreden you can't just tap them on the [shoulder] anymore. = schouder [suspect] / defendant = verdachte suspicious = verdacht unkind = onaardig waste basket = afvalbak bark = blaffen blindfolded = geblinddoekt cause = veroorzaken mistreat = mishandelen stamp = postzegel sunrise = zonsopgang sunset = zonsondergang animal shelter = dierenasiel breed = fokken neglect = verwaarlozen on the loose = op vrije voeten rewarding = bevredigend a tip off = een tip break the law = de wet overtreden community = gemeenschap discipline = orde en regels essential = heel belangrijk expel = van school sturen jail = de gevangenis prison sentence = gevangenisstraf recently = pasgeleden supportive = steunend violence = geweld confide in = in vertrouwen nemen report = aangifte doen understandable = begrijpelijk worry = zorgen maken