Duits : Nederlands das Kinoprogramm = het bioscoopprogramma der Film = de film der Star = de hoofdrolspeler die Geschichte = het verhaal die Kritik = de kritiek spannend = spannend romantisch = romantisch der Start = de aanvang die Idee = het idee Gute Idee! = Goed idee! laufen = lopen Was läuft im Kino? = Wat draait er in de bioscoop? Alles klar! = Prima! wie lange? = Hoelang? Wie lange läuft der Film? = Hoe lang duurt de film? von … bis … = van … tot … von acht bis zehn = van acht tot tien plötzlich = plotseling das Telefon = de telefoon warten = wachten der Moment = het moment einen Moment warten = een moment wachten denken an = denken aan nur = alleen wie = als wie ein Blitz = als de gesmeerde bliksem in = in die Sekunde = de seconde in fünf Sekunden = in vijf seconden Schlittschuh laufen = schaatsen beginnen / starten = beginnen die Minute = de minuut