die Einladung der Aushang können
organisieren Wir können ein Buffet organisieren. mithelfen
feiern das Konzert ein Konzert geben
die Fotoausstellung das Theaterstück ein Theaterstück aufführen
der Schuldirektor die Rede eine Rede halten
wollen mitmachen das Gedicht
ein Gedicht aufsagen Wir wollen eine Party machen. der Ort
der Zeitpunkt das Kaffeehaus die Aufführung
die Abschlussparty die Tombola mitbringen
kunnen de affiche de uitnodiging
meehelpen We kunnen een buffet organiseren. organiseren
een concert geven het concert vieren
een toneelstuk opvoeren het toneelstuk de fototentoonstelling
een toespraak houden de toespraak de schooldirecteur
het gedicht meedoen willen
de plaats We willen een feest geven. een gedicht voordragen
de uitvoering het koffiehuis het tijdstip
meebrengen het loterijspel het eindfeest
lieber Fußball spielen hoffentlich
einladen wen? Wen lädt Bianca ein?
die Zeit Zeit haben leidtun
Das tut mir leid.
hopelijk voetballen beste
Wie nodigt Bianca uit? wie? uitnodigen
spijten tijd hebben de tijd
Dat spijt me.