Team Deutsch - Deel 2

Woordenlijsten Team Deutsch deel 2

Hier vind je de woordenlijsten van Team Deutsch van Intertaal.

Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • die Partnerschule = de partnerschool
  • die Schulpartnerschaft = het schoolpartnerschap
  • Wie findet man eine Partnerschule? = Hoe vind je een partnerschool?
  • Europa = Europa
  • europäisch = Europees
  • man = men
  • die Sprachkenntnisse = de taalkennis
  • verbessern = verbeteren
  • ziemlich = tamelijk
  • Ich spreche ziemlich gut Deutsch. = Ik spreek tamelijk goed Duits.
  • welche = welk(e)
  • Welches Land findet ihr interessant? = Welk land vinden jullie interessant?
  • hin- = heen / naartoe
  • hinfahren = erheen reizen / rijden
  • der Nachbar = de buurman
  • die Nachbarin = de buurvrouw
  • das Schloss = het kasteel / het slot
  • der Tourist = de toerist
  • die Touristin = de toeriste
  • historisch = historisch
  • die Innenstadt = de binnenstad
  • der Spaziergang = de wandeling
  • bewundern + A = bewonderen
  • die Schifffahrt = de boottocht
  • spazieren gehen = gaan wandelen
  • Ich gehe gern in der Innenstadt spazieren. = Ik ga graag in de binnenstad wandelen.
  • besichtigen + A = bezichtigen