Duits : Nederlands das Eishockey = het ijshockeyen Eishockey spielen = ijshockeyen das Skateboarden = het skateboarden Skateboard fahren = skateboarden das Tauchen = het duiken tauchen = duiken das Rudern = het roeien rudern = roeien das Surfen = het surfen surfen = surfen das Eislaufen = het schaatsen eislaufen = schaatsen das Boxen = het boksen boxen = boksen das Judo = het judo Judo machen = judoën der Einzelsport = de individuele sport der Kampfsport = de vechtsport die Stelle = de plaats / de plek an erster Stelle = op de eerste plaats folgen = volgen die Meinung = de mening meiner Meinung nach = naar mijn mening ich bin der Meinung = ik ben van mening öde = saai / vervelend unterhaltsam = onderhoudend / leuk erholsam = ontspannend als = als / dan Tauchen ist gefährlicher als Schwimmen. = Duiken is gevaarlijker dan zwemmen. genauso … wie = net zo … als Klettern ist genauso spannend wie Tauchen. = Klimmen is net zo spannend als duiken. die Ausdauer = het uithoudingsvermogen